Categoriearchief: Uncategorized

Bijeenkomst ouderinitiatieven in Heeze op 13 mei 2023

Op zaterdag 13 mei 2023 vindt in Heeze van 10.00 tot 13.00 uur een bijeenkomst plaats in het kader van het ZonMw project: ‘De Toekomst van Ouderinitiatieven; een stapje verder’.

Deze bijeenkomst is bedoeld voor initiatiefnemers van zgn. ouderinitiatieven, gerealiseerd of nog in de opstartfase.

Dit is een vervolg op het project ‘Heft in Eigen hand’ waar we met acht ouderinitiatieven hebben gekeken naar de toekomst van de ouderinitiatieven als de initiatiefnemers (ouders) ouder worden en hun taak willen overdragen aan kinderen/ andere bestuursleden of aan een zorgaanbieder. Wat zijn de opgedane ervaringen? Waar moet je allemaal aan denken? Wat zijn de mogelijkheden?

Het programma ziet er globaal als volgt uit:

  • Wij interviewen een drietal ouderinitiatieven
  • Praten u bij over ons project: ‘De Toekomst van Ouderinitiatieven; een stapje verder’
  • Geven een presentatie over het Goed Leven Plan
  • Bieden de mogelijkheid om met elkaar in gesprek te gaan
  • Sluiten af met een gezamenlijke lunch

Noteer de datum vast in uw agenda! U kunt zich nu al aanmelden. Er is ruimte voor maximaal 60 deelnemers. Vol is vol. Na aanmelding ontvangt u een week van tevoren de bevestiging en adresgegevens.

Kosten
Er zijn geen kosten verbonden aan deelname. De lunch krijgt u aangeboden van Naar-Keuze. U kunt zich aanmelden via https://vragenlijst.dezorgvraag.nl/heeze2023 voor 8 mei 2023.

Andere data
Dezelfde bijeenkomsten zullen op zaterdag 23 september 2023 plaats vinden in het midden van het land (Driebergen?) en op zaterdag 4 november 2023 in het Noorden van het land (Assen?).

Oprichting stichting Dienstverlening Ouderinitiatieven (SDOI)

Donderdag 10 juni 2021 zijn de statuten getekend bij de notaris en is deze stichting opgericht. Onder deze stichting wordt een klachtencommissie ingericht, waarbij ouderinitiatieven zich kunnen aansluiten. Deelnemende ouderinitiatieven kunnen dan een beroep doen op deskundige klachtenfunctionarissen, als zij binnen hun initiatief tegen een probleem aanlopen waar ze op eigen kracht niet uitkomen. Het kan daarbij gaan om Kwesties, waarbij men gezamenlijk om advies komt vragen. Het kan ook gaan om Klachten, waarbij een persoon of een orgaan binnen een ouderinitiatief een klacht heeft over een andere persoon of orgaan.

Naast deze Regeling voor Kwestie en Klachten zal het bestuur van de Stichting ook in nauwe samenwerking met de LVOI, onderzoeken aan welke diensten er vanuit de ouderinitiatieven wellicht nog meer behoefte is. Er is voor gekozen om deze activiteiten buiten, maar wel in samenwerking met de LVOI te organiseren, zodat ook niet-LVOI leden van deze diensten gebruik kunnen maken en om daarbij volstrekte transparantie, onpartijdigheid en neutraliteit te kunnen waarborgen. Tijdens de ledenvergadering en de aansluitende themabijeenkomst is er ruimschoots aandacht voor de oprichting van de SDOI.

Als ouders ouder worden…


Zo’n twintig jaar geleden startten de eerste ouderinitiatieven; kleinschalige woonvormen voor mensen met een beperking of psychiatrische problemen, opgezet en bestuurd door hun ouders. Maar nu de ouders ouder worden, is het lastiger om deze initiatieven in de lucht te houden. Naar-Keuze zet de opties op een rij. Link naar Artikel ZonMw

PGB Ouderinititieven vallen niet onder de Wmcz 2018

Vanaf 1 juli 2020 is de Wmcz 2018 (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen) van kracht. Doel van de nieuwe wet is dat cliëntenraden extra rechten krijgen en er een nieuwe vorm van medezeggenschap komt. Instellingen waarin cliënten langdurig verblijven zijn verplicht hun cliënten en hun vertegenwoordigers inspraak te geven in zaken die direct van invloed zijn op hun dagelijks leven.

Voor (grote) instellingen ligt het voor de hand dat de formele bevoegdheid van cliëntenraden wordt vergroot, echter voor ouderinitiatieven ligt dat anders. Samen met andere cliëntenorganisaties heeft Naar-Keuze dat verschil tussen instelling en ouderinitiatief kunnen duiden bij de totstandkoming van de aanpassingen in de wet.

De inhoud van de artikelen zijn te zwaar voor een gemiddeld ouderinitiatief en sluiten niet aan bij de bestaande formele en informele vormen van zeggenschap, zoals ouders en cliënten dat hebben vormgegeven. In de meeste ouderinitiatieven zijn (een deel van de) ouders bestuurslid van hun stichting of vereniging. Daarmee is de (mede) zeggenschap en inspraak geborgd. Een andere bestuurs- variant, waarbij bestuursleden geen familierelatie hebben, is er altijd minimaal één bestuurslid die de belangen van de bewoners expliciet vertegenwoordigt.

De nieuwe Wmcz 2018 regelt een medezeggenschapsvorm die ouderinitiatieven al jarenlang hanteren en, in die zin, een overbodige maatregel is. Het vergroot ook de regeldruk voor de ouders binnen de organisatie. Door cliëntenorganisaties is gepleit de uitzondering te laten gelden voor ouderinitiatieven waarbij niet het gehele bestuur, maar de meerderheid daarvan bestaat uit de (vertegenwoordigers van de) bewoners. Zo wordt de mogelijkheid opengelaten voor onafhankelijke bestuursleden in het wooninitiatief. Daarbij is aangegeven dat het te beperkt is dat onder ‘vertegenwoordiger’ uitsluitend de wettelijk vertegenwoordiger wordt verstaan.

Als vertegenwoordigers van bewoners, of de bewoners zelf, deelnemen in het bestuur, dan hebben de bewoners immers zeggenschap. De zeggenschap is veel rechtstreekser en deze vorm van vertegenwoordiging leidt tot minder regeldruk. Een verplichte cliëntenraad is om die reden dan ook niet wenselijk.

Uitzondering voor ouderinitiatieven
Naar aanleiding van de opmerkingen van de cliëntenorganisaties, is artikel 2, onderdeel D, van in de wet aangepast in die zin dat de uitzondering geldt, voor instellingen waarbij een meerderheid van de zeggenschap in het bestuur is belegd bij de bewoners zelf en/ of hun wettelijk vertegenwoordigers of bloed- of aanverwanten.

Op 11 september jl. heeft minister Bruins de definitieve lijst met instellingen die geen clientenraad hoeven in te stellen naar de Eerste Kamer en Tweede Kamer gestuurd en in de gelegenheid gesteld om voor 14 oktober eventuele opmerkingen kenbaar te maken.

Wettekst (artikel 2-d)

De wet is niet van toepassing op de volgende instelling(en):

d. instellingen waar cliënten verblijven waarvan de zorg uitsluitend wordt bekostigd uit een persoonsgebonden budget, indien de meerderheid van de zeggenschap in het bestuur van die instelling is belegd bij de cliënten die in die instelling verblijven of hun wettelijke vertegenwoordigers of bloed- of aanverwanten;